Meld je aan voor de nieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws en ontwikkelingen? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.
De eerste dagen na het overlijden van je dierbare zijn zwaar en chaotisch. Er moet van alles geregeld worden en er breekt een tijd van rouw aan. Misschien heb je een stoot extra energie, maar het kan ook zijn dat je gesloopt bent door de stress en vermoeidheid van de afgelopen tijd.
Wat je situatie ook is, deze informatie en tips komen hopelijk van pas om je voor te bereiden op de eerste dagen en om op een waardevolle manier afscheid te kunnen nemen.
Wat kun je ongeveer verwachten direct na het overlijden? Dit verschilt per situatie, maar we willen je een algemeen beeld geven.
Na het overlijden moet de dood officieel worden vastgesteld door een arts. Is je naaste thuis overleden, dan gebeurt dit door de huisarts. Als het een begeleid sterven was, dan komt er een tweede arts om de dood vast te stellen en te controleren of alles volgens de regels is gegaan.
De arts ondertekent de akte van overlijden (ook wel overlijdensakte genoemd). Deze heb je nodig om het overlijden te melden bij de afdeling Burgerzaken van de gemeente. Vaak doet de uitvaartverzorger dit voor je. Het overlijden wordt verwerkt in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) en wordt daardoor automatisch doorgegeven aan:
Deze instanties sturen vervolgens formulieren/aanvragen. Als je na een aantal weken nog niks hebt gehoord, moet je zelf contact opnemen.
LET OP: De akte van overlijden is een belangrijk document, bewaar deze goed! Je hebt het nodig om allerlei formele zaken te regelen, bijvoorbeeld:
De uitvaartverzorger heb je misschien al eerder ontmoet, om vóór het overlijden jullie wensen door te nemen. Na het overlijden bel je de uitvaartverzorger, deze komt naar de plek van het overlijden toe, eventueel met een collega.
De laatste verzorging vindt meestal plaats op de plek waar de opbaring zal plaatsvinden, bijvoorbeeld thuis, in het uitvaartcentrum, in het hospice, in de kerk of op een andere locatie.
De uitvaartverzorger voert, vaak samen met een collega, de laatste verzorging uit. Dit betekent dat de overledene wordt gewassen en aangekleed. Het kan fijn zijn om daar als naaste bij aanwezig te zijn of te helpen. De uitvaartverzorger geeft je hiervoor de ruimte en houdt rekening met je wensen en grenzen. Helpen bij de laatste verzorging wordt door veel mensen als troostrijk ervaren.
De overledene wordt opgebaard in een bed, in een kist of op een opbaarplank. Dit is afhankelijk van de wens en van de mogelijkheden.
De arts kijkt in het Donorregister of de overledene organen wilde doneren. Van de meeste mensen met uitgezaaide borstkanker zijn de organen niet meer geschikt om af te staan, op het hoornvlies na.
Als de overledene niets heeft ingevuld in het Donorregister, dan wordt er van uit gegaan dat er geen bezwaar is tegen orgaandonaties. Denk je daar als nabestaande anders over? Laat je naaste dan vóór het overlijden de wensen vastleggen in het Donorregister.
Na het overlijden zijn er veel praktische zaken die moeten worden geregeld. De uitvaartverzorger kan je in vertellen wat er rond de uitvaart en erna moet worden geregeld en staat je deze eerste dagen bij met advies en praktische hulp.
Lees hier op ons platform meer over het organiseren van de uitvaart.
Ook na de uitvaart moet er nog heel wat worden geregeld en afgehandeld. Het zorgt voor rust om voor jezelf op een rijtje te hebben wat er wanneer moet worden gedaan – en welke dingen echt even kunnen wachten. Kijk bijvoorbeeld op de site van de Rijksoverheid.
Via het Nibud vind je informatie over financiële regelingen voor nabestaanden en kun je kijken of je hiervoor in aanmerking komt.
Lees hier op ons platform meer over de periode na de uitvaart.
‘Is er iets dat ik voor je kan doen?’ Er zullen mensen uit je omgeving zijn die dit aan je vragen. Voel je niet bezwaard, accepteer het aanbod en vraag om de praktische steun die je nodig hebt. Bijvoorbeeld een maaltijd koken, boodschappen doen, met de hond wandelen of op de kinderen passen.
Deze steun is niet alleen in de eerst dagen fijn, ook in de periode erna. Hiermee zorg je voor een vangnet, dat jou de gelegenheid geeft om te rouwen en om voor jezelf te zorgen.
Tootje: ‘Dit boekje geeft een compleet beeld van de verschillende fases van je ziekte. De onderwerpen zijn dingen waar je misschien niet zo makkelijk over praat, maar waar je in je hoofd wel mee bezig bent. Dit boekje geeft mij een gevoel van erkenning voor mijn gedachten.’