Meld je aan voor de nieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws en ontwikkelingen? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.
Hetzelfde effect, minder bijwerkingen en lagere kosten
Het toonaangevende tijdschrift Nature heeft vandaag de resultaten gepubliceerd van een innovatief Nederlands borstkankeronderzoek. Hierin wordt beschreven dat de zogeheten SONIA-studie laat zien dat later en korter gebruik van specifieke anti-kankermiddelen (zogenoemde CDK4/6-remmers) bij patiënten met uitgezaaide borstkanker net zo goed werkt, maar minder bijwerkingen heeft en tot veel lagere kosten leidt. Dit levert een besparing van ruim 45 miljoen euro per jaar op in Nederland en van meer dan 5 miljard in Verenigde Staten. De uitkomsten van de studie benadrukken het belang van doelmatigheidsstudies naar de inzet van medicijnen bij onder andere kanker. Dergelijke studies kunnen een verbetering van zorg opleveren tegen lagere kosten en zijn daarmee van belang voor patiënten, behandelaren, én beleidsmakers wereldwijd.
SONIA-studie
Bij vrouwen met uitgezaaide, hormoongevoelige borstkanker versterken CDK4/6-remmers de werking van hormoontherapie. De vraag was: werkt dat het beste als je direct een CDK4/6-remmer toevoegt aan de hormoontherapie, of is het later geven van een CDK4/6-remmer net zo effectief? De SONIA-studie heeft dit uitgezocht door de twee behandelstrategieën te vergelijken. Bij de helft van de patiënten werd direct een CDK4/6-remmer aan de behandeling met hormoontherapie toegevoegd en aan de andere helft werd een CDK4/6-remmer als vervolg op de hormoonbehandeling gegeven. Door loting werd bepaald welke patiënt welke behandelstrategie volgde.
Verbetering van zorg
Belangrijke uitkomst van de SONIA-studie is dat het voor de duur dat uitgezaaide borstkanker onder controle is, niet uitmaakt welke van de twee onderzochte behandelstrategieën de patiënt krijgt. Ook de duur van overleving en de kwaliteit van leven verbeterden niet door een vroegere behandeling. Echter, door het pas later geven van een CDK4/6-remmer hoeft een patiënt korter een behandeling met dit medicijn te krijgen én heeft zij minder bijwerkingen!
Patiënten die in de studie direct een CDK4/6-remmer bij hun hormoontherapie kregen, gebruikten het medicijn gemiddeld 16,5 maanden langer dan patiënten die pas later een CDK4/6-remmer kregen als een vervolg op hun hormoontherapie. Deze 16,5 maanden langer gebruik leverden geen voordeel op in duur van ziektecontrole en overleving, maar leidden bij deze patiënten wel tot 74% meer bijwerkingen (zoals verminderde aanmaak van bloedcellen en vermoeidheid) en meer ziekenhuisbezoeken voor de patiënt in vergelijking met de groep die later startte met een CDK4/6-remmer.
Langer een ‘gewoon’ leven
Door de behandeling met een CDK4/6-remmer uit te stellen en eerst te starten met alleen hormoontherapie, kunnen patiënten veel meer en langer een ‘gewoon’ leven blijven leiden, met minder klachten en ziekenhuisbezoeken. Een van de patiënten van de studie verwoordde het als volgt: “Ik krijg hormoontherapie zonder de CDK4/6-remmer. Ik ervaar nu nagenoeg geen klachten en werk fulltime. Een enorme winst voor mijn kwaliteit van leven.”
Besparing van kosten
Direct starten met een CDK4/6-remmer en daarmee gemiddeld 16,5 maanden langer behandelen betekent ook hogere kosten (circa €30.000,- extra per patiënt) voor de samenleving. Door de landelijke SONIA-studie en de positieve resultaten hiervan geven oncologen in Nederland op dit moment aan hun patiënten pas een CDK4/6-remmer als een vervolg op de hormoonbehandeling. In Nederland komen jaarlijks zo’n 1700 patiënten voor deze behandeling in aanmerking. De SONIA-studie heeft derhalve geleid tot doelmatig gebruik van de CDK4/6-remmers: een betere patiëntenzorg die per jaar een besparing van meer dan 45 miljoen euro oplevert.
Belang van doelmatigheidsonderzoek
De komst van nieuwe geneesmiddelen tegen kanker is voor veel patiënten een hoopgevende en veelbelovende ontwikkeling. Die ontwikkeling kent ook een keerzijde: veel behandelingen hebben bijwerkingen, vragen veel tijd en begeleiding van zorgpersoneel en zijn duur. Onderzoek dat zich richt op de vraag of medicijnen ook efficiënter kunnen worden ingezet (bijvoorbeeld korter gebruik, lagere dosering, minder frequente toediening), kan veel opleveren voor individuele patiënten en behandelaren, voor ziekenhuizen en voor de samenleving, zoals de SONIA-studie laat zien.
Nederland biedt unieke kansen om dit soort doelmatigheidsonderzoek te doen. Artsen en onderzoekers in de ziekenhuizen werken uitstekend samen binnen onderzoekersnetwerken zoals de Borstkanker Onderzoek Groep (BOOG) en via de Borstkanker Vereniging Nederland (BVN) zijn patiënten nauw betrokken. De studie is gestart in oktober 2017 en in 4 jaar tijd deden 1050 patiënten mee, in nagenoeg alle ziekenhuizen in Nederland. De BOOG beschikt over veel expertise in de verschillende aspecten van het onderzoek en coördinatie daarvan. Daarnaast is er een goede infrastructuur voor gegevensverzameling, ondersteund vanuit het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
De SONIA-studie is de eerste studie die al deze elementen bij elkaar bracht: de studie is uitgevoerd door oncologen onder de vlag van de BOOG en door samenwerking met de BVN werden patiënten vanaf het allereerste begin actief betrokken bij zowel de opzet als de uitvoering van de studie. De unieke studieopzet, waarbij alle patiënten het nieuwe anti-kankermiddel (de CDK4/6-remmer) kregen en loting enkel het moment van start met deze CDK4/6-remmer bepaalde, maakte het besluit tot deelname voor patiënten makkelijk. Nagenoeg alle Nederlandse ziekenhuizen deden mee en de studie werd gefinancierd door het ZonMw-programma Goed Gebruik Geneesmiddelen en Zorgverzekeraars Nederland. De prestigieuze publicatie in Nature onderstreept dat ook internationaal met veel interesse gekeken wordt naar deze Nederlandse werkwijze. Dit is een enorme stimulans om gezamenlijk vaker dit soort studies te doen.
De SONIA-studie is een initiatief van oncologen dr. Agnes Jager (Erasmus MC), dr. Inge Konings (Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam) en prof. dr. Gabe Sonke (Antoni van Leeuwenhoek / Nederlands Kanker Instituut) samenwerkend binnen de Borstkanker Onderzoekgroep (BOOG).