naar de inhoud
Irma met een roofvogel op haar schouder

‘Ik was uitbehandeld, totdat mijn oncoloog mij wees op de DRUP-studie’

Irma Heikamp (53) kreeg in 2010 de diagnose borstkanker. Toen ze zes jaar later door haar rug ging, bleek de borstkanker uitgezaaid te zijn. Na een operatie, bestralingen en meerdere chemokuren was ze uitbehandeld. Totdat ze meedeed met de DRUP-studie. Dankzij immuuntherapie leeft ze nu zonder uitzaaiingen.

“Het begon allemaal in 2010. Ik voelde een bultje aan de zijkant van mijn borst. Ik dacht aan een opgezette klier, maar ging na anderhalve week voor de zekerheid naar de huisarts. Voor mijn gemoedsrust werd ik diezelfde dag nog doorverwezen naar het ziekenhuis. Daar ging ik in mijn eentje heen. Binnen een paar uur werden een echo en biopt genomen. Ik was in een heel andere wereld beland. Dit had ik niet verwacht! Toen ik het ziekenhuis uitliep, belde ik mijn man op. Ik kon alleen nog maar huilen.

Foute boel

Twee dagen later kreeg ik de uitslag. Het was inderdaad foute boel: hormoongevoelige borstkanker. Ik kwam het ziekenhuis binnen waar een hele delegatie op mij zat te wachten. Mijn behandelplan werd besproken, maar ik hoorde eigenlijk niet wat ze zeiden. Ik had wilde gelijk mijn borst eraf. Volgens de artsen was de beste optie eerst chemotherapie, dan een borstsparende operatie en daarna nog bestraling. Dus daar gingen we voor. Hoewel ik doodziek was van de chemo, had het gelukkig wel z’n werk gedaan. Na drie kuren was de tumor al de helft kleiner.

Zes jaar later kreeg ik last van mijn rug. Er werden foto’s gemaakt, maar daar was niks op te zien. Een dag later viel ik van de trap, omdat mijn benen het niet meer deden. Ik werd doorverwezen naar de afdeling neurologie en dezelfde dag kreeg ik een MRI-scan. Er waren twee ruggenwervels ingestort door de kanker. Het was zelfs zo ernstig dat de zorgverleners verbaasd waren dat ik geen dwarslaesie had. Ik moest gelijk plat op bed, mocht niet meer lopen of andere dingen doen. Mijn wervels werden vastgezet. De uitzaaiingen kwamen uit dezelfde borst als waar ik eerder borstkanker had gehad. Deze moest er dus af. Daarna ben ik nog bestraald en kreeg ik weer chemotherapie. Telkens werkte de chemokuren, maar kwamen er toch weer uitzaaiingen op andere plekken in mijn lichaam. Dat ging zo door totdat er geen behandeling meer was die werkte.

Uitbehandeld

Ze konden niks meer voor mij doen; ik was uitbehandeld. Totdat mijn oncoloog mij wees op de DRUP-studie. Om mee te kunnen doen aan dit onderzoek moest ik aan een aantal eisen voldoen. Ik moest een bepaalde afwijking hebben, die maar bij één procent voorkwam. Ik had niet het idee dat ik die had. Wat is nou één procent? Ik maakte een afspraak in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis, waar de studie werd uitgevoerd, om me te laten testen. Na een week kreeg ik de uitslag. Ik mocht meedoen aan het onderzoek! Ik pakte deze mogelijkheid met beide handen aan. Wat had ik anders kunnen doen? Er was geen andere behandeling meer en zieker dan mijn eerste chemokuren kon ik volgens mij niet worden.

Vanaf 2017 ging ik twee keer per maand naar het ziekenhuis voor een behandeling met immuuntherapie. Aan het begin van de studie had ik uitzaaiingen op meerdere plekken in mijn lichaam, zoals mijn longen, lymfeklieren en in mijn nek. Al snel was duidelijk dat de therapie aansloeg. Bij de tweede kuur waren de bulten in mijn nek al verdwenen. Ik durfde toch niet meteen enthousiast te zijn. Wanneer komt die ‘maar’, dacht ik. Uiteindelijk begreep ik dat ik geluk had. Ik had helemaal geen bijwerkingen van de therapie. Sinds vorig jaar juni is de behandeling gestopt en het gaat tot nu toe goed met me. Toevallig was bij de laatste scan één klier iets groter. Dat was schrikken! Het is niet leuk om te horen dat er weer iets is gevonden als je al zo lang vrij bent van uitzaaiingen. Toch is het volgens mijn oncoloog niet meteen reden tot paniek, maar wel goed om het in de gaten te houden. Mocht de klier bij de volgende scan niet kleiner zijn, dan zijn er drie opties: de klier eruit halen, de klier bestralen of weer beginnen met immuuntherapie.

Surrealistisch

Soms denk ik wel eens hoe kan dit? Ik was in principe opgegeven, maar nu ben ik er nog steeds. Het is bijna surrealistisch. Ik kwam laatst iemand tegen met hetzelfde verhaal als ik, maar zij was nooit op de DRUP-studie gewezen. Ik vraag me dan af waarom ik wel die kans krijg en een ander niet. Hoe oneerlijk is het dat een ander niet geholpen kan worden. Ik voel me soms bijna schuldig dat het bij mij wel kon. Voor iedereen die is uitbehandeld en de kans wél krijgt, wil ik dan ook meegeven: pak deze mogelijkheid! Ieder mens is anders en bij iedereen werkt een behandeling anders, maar je kan altijd kijken of het werkt.”

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws en ontwikkelingen? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.